De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland brengt de resultaten van het Nationaal Laadonderzoek 2022 naar buiten. Daaruit blijkt onder meer dat het gebruikmaken van publieke laadpunten in trek is als gevolg van de gestegen energieprijzen. De druk op het publieke laadnetwerk neemt hierdoor toe, wat leidt tot vaker bezette laadpalen, terwijl de plaatsing van een nieuw exemplaar na aanvraag nog altijd lang op zich laat wachten.
Een kwart van de normaalgesproken thuis ladende EV-rijders met een gestegen energierekening geeft aan sinds kort gebruik te maken van een publieke laadpaal. De reden hiervoor is simpel: de tarieven daarvan zijn lager dan de kWh-prijzen van het energiecontract thuis. Hoewel het totale aantal publieke laadpunten toenam, geven EV-rijders aan iets vaker te stuiten op een bezette laadpaal in de wijk. Dat komt niet alleen door de toegenomen populariteit van publiek laden, maar ook door het groeiende aantal elektrische auto's.
Er is ook positiefs te melden over publiek laden: het aantal gevallen waarbij er een auto met verbrandingsmotor op een laadplek geparkeerd stond en zodoende het laden onmogelijk maakte, nam sterk af. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het sentiment dat ook uit het onderzoek naar voren komt: we vinden elektrisch rijden steeds normaler, en dus het ruimte laten voor elektrische auto's ook.
Tijdelijk probleem
De verhoogde druk op publieke laadpalen is naar verwachting een tijdelijk probleem. Op korte termijn zullen de aldaar geldende tarieven ook meestijgen met de energieprijs, waardoor het voordeel ten opzichte van thuisladen verdwijnt. Dat is gunstig voor wie niet thuis kan laden en aangewezen is op de al dan niet beschikbare publieke palen, want de plaatsing van een nieuwe duurt na aanvraag nog altijd lang.
Volgens het onderzoek duurt het in 77 procent van de gevallen langer dan drie maanden en in 45 procent van de gevallen zelfs zeven tot twaalf maanden. Schrale troost: door onder meer chip- en personeelstekorten bedragen de levertijden van de meeste elektrische auto's momenteel óók meerdere maanden. Vraag dus vooral al een paal aan zodra je je EV bestelt, al kiezen gemeenten er steeds vaker voor om niet alleen op aanvraag, maar ook op eigen initiatief palen te plaatsen. Dit om de lange wachttijden deels te voorkomen.
Waardering
Publiek laden is dus in trek, maar niet per se geliefd. De krap 3.000 respondenten in het onderzoek beoordelen die manier van laden het slechtst, met een 6,8 als gemiddeld cijfer. Thuisladen wordt het meest gewaardeerd en krijgt gemiddeld een 9,3. Daarbij heeft 79 procent van de thuisladers zonnepanelen, terwijl slechts 19 procent van de totale huishoudens in Nederland zelf zonne-energie opwekt. 29 procent van de eigenaren van zowel zonnepanelen als een EV geeft aan ook daadwerkelijk zoveel mogelijk te laden wanneer de zon schijnt.
Snelladen zit er wat betreft waardering keurig tussenin en scoort gemiddeld een 7,9. Twee derde van de EV-rijders gebruikt wel eens een snellader. Een ongeveer even groot deel doet dat zo'n twee keer per maand. Het overige deel van de respondenten geeft aan nooit verder te rijden dan de actieradius van zijn of haar auto toelaat, waardoor gebruikmaken van een snellader niet nodig is. Voor een derde van het elektrische verkeer maken de sterk stijgende tarieven van snelladen dan ook niks uit.
Bedreiging EV-transitie
De stijgende elektriciteitsprijzen baren de Vereniging Elektrische Rijders zorgen, geeft Maarten van de Biezen van VER aan: "Laadkosten en tankkosten groeien naar elkaar toe." Het kostenvoordeel van elektrisch rijden dreigt te verdwijnen, waardoor de consument minder snel geneigd is over te stappen in een EV. Dit vertraagt de transitie van autorijden op fossiele brandstoffen naar elektrisch rijden, ondanks de ambities van het Europees Parlement.
Het Nationaal Laadonderzoek 2022 is de derde editie van een door de Rijksuniversiteit Groningen jaarlijks uitgevoerd onderzoek naar trends en ontwikkelingen met betrekking tot elektrisch rijden. Het is een initiatief van ElaadNL, Vereniging Elektrische Rijders en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Voor het onderzoek van dit jaar werd gebruikt gemaakt van net geen 3.000 respondenten.
Comments